Wij bidden en danken voor ‘ons dagelijks brood’ terwijl we meer dan genoeg te eten hebben en we weten dat één derde van alle geproduceerde voedsel wordt weggegooid terwijl massa’s mensen honger lijden. Dat bedoelt Paulus dus duidelijk niet. Danken onder alles betekent ook: danken bij tegenslagen, danken als het ons niet zo goed gaat. Daarbij moeten we bedenken dat Paulus niet bepaald een ‘lucky boy’ was, een geluksvogel, die makkelijk praten had. Maar, ondanks alles wat hij heeft meegemaakt, zegt hij: Dank God onder alle omstandigheden. Dat is niet gemakkelijk.
Veel bidden is vaak eerder een opsomming van ons verlanglijstje, allemaal zaken waar God dan even maar voor moet zorgen. Danken doen we doorgaans alleen maar voor wat voor ons prettig of voordelig is. Voetballers maken soms een dankgebaar als ze gescoord hebben, niet als de bal naast het doel is gegaan.
‘Dank God onder alle omstandigheden’ roept ons op om het leven positief te benaderen, om niet alleen onze momenten van pech en tegenslag te zien, maar het positieve te zien en te waarderen.
Paulus zegt dat er niet bij, maar ik denk dat een dankbaar mens ook een gelukkig mens is. Als je niet alleen maar stil blijft staan bij het leed dat je overkomt, bijvoorbeeld bij het verlies van een geliefde, maar ook dankt om al het mooie dat die persoon je gegeven heeft, dan kijk je anders tegen het leven aan. Niet dat dat altijd makkelijk is.
Misschien moeten we maar klein beginnen en je elke dag af vragen: waar wil ik God vandaag voor danken? Waar zit die gouden rand aan die donkere wolk in mijn leven.
Zo kunnen we van een dankdag misschien een dankjaar maken.
(Bekijk ook het fotoalbum van dankdag 2019)